Eten in Taiwan: (soms) een beetje vreemd, maar wel lekker

Taiwan is een paradijs voor smulpapen. En culinaire durfals. Het leven draait op dit kleine eiland ogenschijnlijk vooral om eten. Overal wordt eten verkocht en gekocht  Al vroeg staan de verkopers in grote pannen te roeren of indrukwekkende hoeveelheden bosui te snijden. En op elk willekeurig moment van de dag zie je mensen eten. Noedelsoep, gestoomde broodjes, iets uit de frituur, cakejes, het gaat maar door. Eten is in Taiwan zo vanzelfsprekend als ademen, lijkt het wel.

Zoals ik in een eerdere blog over Taipei al schreef, was het kok en televisiemaker Anthony Bourdain die me op het spoor van Taiwan zette. Ik wilde ook alles proeven waar hij zijn vingers bij aflikte voor het oog van de camera. Dus had ik de xiaolongbao van Din Tai Fung op mijn actielijst staan, net als de pikante rundvleesnoedelsoep van Yongkang Beef Noodles, de snacks van Keelung Night Market en wat ik elders maar zou tegen komen.

 

Wat ik voorafgaand aan mijn reis even vergeten was, is dat mijn lichaam steeds meer zeevruchten afstoot. Al jarenlang heb ik een schelpdierenallergie (dus geen mosselen, oesters, kokkels en ander lekkers in een schelp voor mij) waar ik door schade en schande wijs geworden terdege rekening mee hou. Begin dit jaar kreeg ik ook een enorme allergische reactie op garnalen – die ik eerlijk waar al mijn hele leven in een behoorlijke frequentie eet. Dus om het zekere voor het onzekere te nemen hou ik me tegenwoordig verre van schaal- en schelpdieren. En eet ik gemakshalve alleen vis, omdat ik niet zeker weet hoe mijn lijf bijvoorbeeld nu over inktvis denkt. In Nederland is dat geen probleem, maar in Taiwan sluit je daarmee een belangrijk deel van het voedselaanbod uit. De lekkerste zeevruchten staan op straat en de avondmarkten aanlokkelijk uitgestald en worden zo te ruiken heerlijk bereid. Garnalen, krab, inktvis, schelpdieren waarvan ik de naam niet ken, Taiwan heeft (en eet ze) in overvloed, maar ik schaar ze onder de verboden vruchten.

Gelukkig blijft er dan nog genoeg te kiezen over. Laten we beginnen bij mijn actielijst. Din Tai Fung heb ik meteen kunnen afvinken. Wat een feest was dat. Delicate gestoomde deeghapjes die je uiterst voorzichtig moet eten, omdat je je gehemelte anders lelijk kunt branden aan de bouillon in het met de hand gevouwen deegflapje. Gelukkig ligt er een uitleg bij, zodat je toch met behulp van eetstokjes dit smakelijke hapje op enigszins waardige wijze naar binnen kunt werken. 

20171108_144320
De xiaolongbao van Din Tai Fung zijn echt een feest om te eten

Wat me bij de oorspronkelijke vestiging van Din Tai Fung al opviel, Taiwanezen staan met liefde in de rij voor eten waarvan ze denken (of weten?) dat het de moeite waard is. Dus toen ik na een vermoeiende dag hiken in de regen en kou toe was aan het enige comfortfood wat ik dagelijks zou kunnen eten, zat er niets anders op dan aansluiten in de rij. Voor een kom van de beroemde pittige rundvleesnoedelsoep van Yongkang Beef Noodles. Beroemd of niet, het is een veredelde fastfoodtent, waar de service inderdaad snel is, maar je ook geacht wordt in datzelfde tempo te eten. En vooral niet blijven dralen… tijd is geld. Zeker als mensen voor je in de rij staan. Maar goed, dat terzijde. De soep was precies wat mijn verkleumde en vermoeide lijf nodig had. Heerlijk pittige bouillon, stevige noedels en botermals rundvlees dat bijkans smelt op je tong. Gelukkig ben ik een niet al te snelle eter, zodat ik er maximaal van heb kunnen genieten, want ja, is eenmaal je kom leeg, dan wordt je wel geacht snel plek te maken voor de volgende gast.

 

20171115_170758
Voor deze noedels in Taitung hoefde ik niet in de rij te staan

Overigens is het niet zo dat je na één noedelsoep meteen alle noedelsoepen hebt geproefd. In de stad Taitung maken ze bijvoorbeeld dikke rijstnoedels, die je kunt eten in combinatie met een soort varkensgehakt en iets vissigs. Om je vingers bij af te likken zo lekker.

Wat ik van te voren niet had bedacht is hoe gek Taiwanezen zijn op frituur en grill. Spiesjes, worstjes, soms zelfs worstjes gewikkeld in een grotere worst, vlees, vis, zeevruchten, groenten, als het even kan gaat het de frituur in. Of wordt op de barbecue gelegd. Best lekker voor een keer, maar uiteindelijk zijn en blijven het snacks. En veel vettigheid. Gelukkig kun je in de Taiwanese keuken de hele geschiedenis van het land herkennen. De Chinese keuken is prominent aanwezig, maar de Japanse net zo goed. Overal zie je restaurants waar ze Japanse ramennoedels verkopen en op de stations zijn flinke porties kakelverse sushi voor maar een paar euro te koop. En de Thaise keuken is ook in opmars. Dus ook je chili-fix kun je in Taiwan prima halen. 

Als kind van een Chinese vader en moeder heb ik geleerd in principe alles te eten. Tenzij je er ziek van wordt. Ik durf dan ook best te zeggen dat ik niet kinderachtig ben met het proberen van eten dat ik niet ken. En toch was er een gerecht waar ik mezelf maar niet toe kon zetten. Maar dat wel op elke straathoek werd verkocht: stinky tofu. En ja, die naam is goed gekozen. Sjonge, wat kan tofu vies ruiken zeg. Het is niet zozeer dat ik het niet durfde te eten, want wat kan er nu helemaal gebeuren na het eten van tofu? Het is meer dat de geur zo indringend en verreikend was dat elke lust me verging. Jammer dat ik in een blog de geur niet kan overbrengen… ik weet niet precies hoe ik die moet omschrijven. Zweetsokken van een paar weken oud misschien? In ieder geval ruikt de ergste Franse stinkkaas in vergelijking met stinky tofu naar Chanel no. 5.

Wat ik wel had willen proberen, maar wat niet verkrijgbaar was is het uienijs. Niet dat ik me daarbij voorstelde dat ik er enorm van zou genieten, maar ik was er wel benieuwd naar. En wie weet, eerder was ik immers ook aangenaam verrast geraakt door de peanut-icecreamroll. Een soort loempiavel gevuld met pindaschaafsel, een paar bollen ijs en koriander opgerold tot een wrap. Net als de bubble tea met tapiocabolletjes: een beetje vreemd, maar wel lekker. 

20171110_141237
De combinatie ijs met pindaschaafsel en koriander is verrassend lekker

Eten maakt gelukkig. Althans het maakt míj gelukkig. Dat gevoel overviel me spontaan toen ik na een dag fietsen in de omgeving van Kenting het bapao-zaakje Xiaodu (ook wel Siaodu) had gevonden. Een pittige vulling, met rund, varken of zonder vlees of misschien een zoete? Ik kon mijn geluk niet op bij de keuze alleen al. Toen ik daarna mijn tanden zette in de baozi (gestoomd broodje) met pittig vlees nam dat gelukzalige gevoel alleen maar toe. Elke hap een beetje meer. Happiness in a bun, noemde ik het. En  het mooie is: dat geluk is in Taiwan gewoon op elke straathoek te vinden.

 

 


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.