Als ik vrienden of kennissen een tijdje niet heb gezien is een van de eerste vragen die ze me stellen meestal: waar gaat de volgende reis naar toe? Vaak gevolgd door de vraag: hoe kom je daar nu bij?
Veel mensen denken dat ik een bucketlist heb. Een top tien of langer van bestemmingen die ik beslist nog eens wil zien. Die heb ik misschien in mijn achterhoofd wel, maar ik werk hem in de praktijk niet af. Al jaren droom ik van Patagonië (inclusief Antarctica, want als je dan toch in de buurt bent… ), de grote trek in Tanzania, het dak van de wereld in Tibet en een mega-roadtrip door Nieuw Zeeland. Om de een of andere reden komen er echter altijd andere bestemmingen in me op als ik daadwerkelijk een nieuwe vakantie aan het plannen ben. Soms heeft dat te maken met iets wat ik op tv zag, vaak zijn het ook enthousiaste verhalen van reizigers die ik onderweg ergens ter wereld ben tegen gekomen. Zo ben ik dit najaar in de paradijselijke Filipijnen beland, terwijl ik daar tot dit jaar eigenlijk nog geen seconde over had nagedacht.
Toen ik in mijn uppie naar Colombia ging, vroegen veel mensen zich af of dat wel veilig was. Een vraag die eigenlijk bij elke Latijns-Amerikaanse bestemming bij mensen op komt. Bij Ethiopië kon ik het onbegrip van menig gezicht aflezen en bij Bhutan moest ik nog regelmatig uitleggen waar het land ligt.
Ook krijg ik weleens de vraag voorgeschoteld of er landen zijn waar ik om wat voor reden niet heen wil of ga. Het antwoord is niet altijd even gemakkelijk te geven.

Toen Egypte nog onder de harde hand van Mubarak stond bezocht ik de piramides van Gizeh en de graftombes van Luxor. Heb ik daarmee een dictatoriaal regime gesteund? Misschien wel. Tegelijkertijd ga ik – vooralsnog – niet naar Noord-Korea, omdat ik weiger als toerist het regime van Kim Jong-un mede in stand te houden. Wat het verschil is? Ik kan er niet precies de vinger op leggen. Het is een gevoel. En, eerlijk is eerlijk, enig opportunisme is me niet vreemd. Het Chinese regime is ook niet bepaald mals, maar daar ben ik zonder scrupules naar toe gegaan onder het mom ‘het land van mijn ouders leren kennen’. Een bezoek aan Birma/Myanmar kon ik in 2012 opeens wel tegenover mezelf verantwoorden. Vooral omdat politiek activiste Aung San Suu Kyi westerlingen opriep juist naar haar land te komen en kleine ondernemers in de toeristische industrie ter plaatse te steunen. De Birmezen waren al een halve eeuw afgesloten van de buitenwereld, de invloed van buiten kon alleen maar via toeristen het land binnenkomen. Deze oproep was bij mij niet aan dovemansoren gericht.

Wat ik maar wil zeggen is dat er voor elk land wel zwaarwegende argumenten zijn te vinden om het niet te bezoeken. Net zo goed als dat er tig redenen zijn om er juist wel naar toe te gaan. Waarom ik wel naar het ene en niet naar het andere ga is vaak een samenloop van omstandigheden en een afweging van meerdere factoren. Het begint vaak met een bepaald beeld van een land al of niet gestoeld op iets wat ik heb gezien, gelezen of gehoord. Dan is het de vraag of het een veilige bestemming is voor een vrouw alleen. Zo heb ik ooit plannen voor een reis naar India omgegooid omdat net die zomer de media in het westen bol stonden van geweld tegen vrouwen. Uit India zelf, maar ook toeristes uit het westen. Het was niet eens zozeer dat ik me er zelf onbehaaglijk onder voelde, maar ik had het idee dat ik nooit echt onbezorgd zou kunnen reizen in de wetenschap dat mijn familie en vrienden thuis zich zorgen om mij zouden maken. Nu doen ze dat ook zonder verontrustende berichtgeving in kranten en op televisie wel, maar dit leek me onnodig de kat op het spek binden.
Een andere factor die meespeelt is het weer in de door mij geplande reisperiode. Als je weet dat je op de beoogde bestemming redelijkerwijs in het oog van een orkaan kunt terecht komen, is het misschien handig om even verder te kijken.
En dat is nu het mooie aan de wereld: er is altijd een alternatief. Zoveel te zien en zoveel te doen in veel te weinig tijd. Dus als het er dit jaar niet van komt, dan misschien volgend jaar…Er is altijd volgend jaar.