Eerlijk is eerlijk, nadat ik lang geleden direct na mijn eindexamen twee weken fietsend de Bohemen en Praag verkende, had ik Tsjechië niet echt hoog meer op het verlanglijstje staan. Voor mijn gevoel had ik het mooiste van het land wel gezien en er zijn zoveel andere bestemmingen op de wereld… Toch bleek Tsjechië wel degelijk nog een aangename verrassing voor me in petto te hebben: Brno, na Praag de grootste stad van het land en de prachtige regio Zuid-Moravië.
Eigenlijk kwam ik niet zozeer voor Brno naar Brno, maar was ik vooral op bezoek bij een vriendin. Al snel had ik echter de smaak te pakken en wilde ik meer zien van de stad en regio die ik zonder enige voorkennis bezocht. In de stad, die eigenlijk dichterbij Wenen (Oostenrijk) en Bratislava (Slowakije) ligt dan bij hoofdstad Praag hangt een aangenaam ‘jonge’ vibe. Dat heeft alles te maken met de enorme aantallen studenten die de stad telt, dus is er volop keuze uit (eet-)cafés, barretjes, ‘kafeterias’ en veel, heel veel theaters en podia. De binnenstad is goeddeels autovrij (maar pas als voetgangers wel op de trams!) en veel gebouwen zijn fraai gerestaureerd.

Als stad in een land dat tot begin jaren negentig nog achter het IJzeren Gordijn verscholen ging, is de invloed van het communisme nog duidelijk aanwezig in de architectuur. Anders dan we in het westen gewend zijn wellicht, maar wat mij betreft niet per se lelijker (of mooier). Kenmerkende gebouwen zijn de Petrus- en Pauluskerk, Spilas, ofwel kasteel Spilberk en het stadhuis.

Even buiten de binnenstad ligt een ware architectonische parel: villa Tugendhat, ontworpen en ingericht door de befaamde Ludwig Mies van der Rohe. Aan de straatkant ziet de villa er mooi, maar niet bijster bijzonder uit, maar eenmaal binnen (reserveer op tijd, een tot twee maanden van te voren!) val je van de ene verbazing in de andere.

De villa wordt beschouwd als een meesterwerk uit het modernisme. Onvoorstelbaar dat deze villa ruim 85 jaar geleden gebouwd is. Zelfs anno 2015 zou dit huis als modern of zelfs vooruitstrevend genoemd worden. Het credo van Mies van der Rohe was less is more en dat voerde hij tot in detail door. Zonder dat het huis koud of kil aanvoelt.

De (Joodse) familie Tugendhat heeft van 1930 tot 1938 in de villa gewoond, tot de Anschluss. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Gestapo de villa volledig geplunderd, waarna de Russische bevrijders er in 1945 stallen (!) van maakten. Des te bijzonderder is het dat in de daaropvolgende decennia de villa in oude glorie werd hersteld en nu zelfs op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Overigens is deze villa niet alleen vanuit architectonisch oogpunt van waarde. Dit was in 1992 ook de plek waar de (vriendelijke) scheiding tussen Tsjechië en Slowakije werd ondertekend.
Brno is een fijne wandelstad, de binnenstad, villa Tugendhat en Spilberk zijn gemakkelijk in een middag te bewandelen. Al is het daarna wel erg fijn om bij te komen van alle indrukken in een van de vele cafeetjes of in het restaurant van Starobrno, ofwel oud-Brno, de grootste bierbrouwerij in de stad. Tsjechië en bier horen bij elkaar als Nederland en kaas, maar binnen Tsjechië zijn de inwoners van Brno de grootste bierliefhebbers. Althans, ze hebben de twijfelachtige reputatie dat ze per persoon de hoogste bierconsumptie hebben. Niet zo gek ook, als je bedenkt dat in het uitgaansleven een biertje veel goedkoper (omgerekend nog geen 1,50 euro per halve liter) is dan een glas fris. Bij Starobrno draait het echter niet alleen om bier. Ze hebben er ook een verdraaid fijne menukaart en heel redelijke prijzen. Aanrader dus.
Even ten zuiden van Brno draait het niet zozeer om bier, maar om wijn. Mikulov is het hart van de Tsjechische wijnregio, met wijngaarden tot zover het oog reikt. In september wordt in Mikulov het jaarlijkse wijnfestival gehouden, waarbij iedereen zich vooral tegoed doet aan burcak, ongefilterde jonge wijn. Erg lekker, maar ook erg verraderlijk. Ook zonder wijnfestival is de regio een bezoek meer dan waard, al was het maar vanwege de meest romantische kastelen en burchten die hier op elke hoek van de straat lijken te staan.

Meest in het oog springend is het kasteel van Lednice, ooit gebouwd als zomerverblijf door de prinsen van Liechtenstein. Het kasteel is prachtig, maar minstens zo indrukwekkend zijn de tuinen in Engelse stijl. Lednice is zo’n kasteel zoals je dat als klein kind tekent. En waar de kleine meisjes van toen zich op hun trouwdag een prinses kunnen voelen. Kijk dus niet gek op als je bij een bezoek (met name op zaterdag) niet een of twee, maar al snel drie of vier kersverse echtparen ziet.
Wie op zoek is naar de romantiek van weleer moet dus ten zuiden van Brno zijn, tegen de Oostenrijkse grens aan. Voor wat ruigere landschappen is slechts een korte rit naar het noorden van de stad nodig. Daar bevindt zich het befaamde karstgebergte van Moravië, waarvan vijf grotten te bezoeken zijn.


De Punkva grotten zijn deel van een immens grottensysteem, dat in de afgelopen miljoenen jaren is gevormd.
Een rondleiding door Machocho-kloof (Macocho betekent stiefmoeder) bestaat uit een wandel- en vaargedeelte, waarbij de meest fantastische stalagtieten en stalagmieten aan het oog voorbij trekken. Veel druipstenen hebben een (bij-)naam gekregen, soms spreekt die voor zich, vaak iets minder.

Overigens is op weg naar het karstgebergte het dorp Krtiny een tussenstop waard. Het ligt ongeveer halverwege Brno en de Punkva grotten. en is een uitstekende uitvalsbasis voor een van de talloze wandel- of mountainbikeroutes door de uitgestrekte bossen, maar het is vooral de nogal uit de kluiten gewassen kerk die in het oog springt. Deze kerk is een van de parels die meester-architect Jan Santini-Aichel Tsjechië heeft nagelaten. Een lust voor het oog, net als de omgeving.
Brno en Zuid-Moravië zijn per auto gemakkelijk te bereiken, maar nog gemakkelijker (en goedkoper) is het om te vliegen. Dat kan al voor vier tientjes per retour. De Hongaarse budgetmaatschappij WizzAir vliegt namelijk enkele malen per week van Eindhoven naar Brno.
Dus, waar wacht je nog op? Ik zou zeggen: ga naar Brno!