Op reis is het leven heerlijk simpel. In feite draait het om drie dagelijks terugkerende vragen. Wat ga ik vandaag doen, waar ga ik slapen, maar vooral – in mijn geval althans – wat ga ik eten? Met name de beantwoording van die laatste vraag stemt me vaak vrolijk. Ik hou nu eenmaal van eten. Misschien is het mijn Chinese achtergrond – ‘Chinezen eten immers alles wat beweegt’ – maar het uitproberen van lokale gerechten kan me intens gelukkig maken. Het ene land of continent leent zich er beter voor dan het andere, maar waar je ook bent, overal kun je specialiteiten van de regio proberen. Europa biedt de smulpaap oneindig veel lekkers, maar ook daarbuiten valt er volop te proeven en ontdekken. Zuid-Amerikaanse empanadas zijn moeilijk te weerstaan, om nog maar te zwijgen over de overheerlijke verse fruitshakes van vruchten die slechts op dit continent voorkomen.

Mijn persoonlijke favoriet is Azië. Kuala Lumpur heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Toen ik geheel zonder verwachtingen neerstreek bij een van de eetstallen, had ik nooit kunnen denken dat ik daar midden op straat een van de lekkerste vissen ooit zou eten. Om mijn vingers bij af te likken. Ook in Indonesië, China, Hong Kong, ja, waar in Azië eigenlijk niet, ben ik meer dan eens aangenaam verrast door af te gaan op de geuren en kleuren van de kookkunstenaars op straat.

Voor mij is Bangkok echter de onbetwiste hoofdstad van streetfood. Overal in de stad wordt op de stoep, onder het viaduct en bij de opgang van de metro gegrild, gekookt, gefrituurd en gegeten. Een lust voor het oog, de neus en de smaakpapillen. En vaak nog spotgoedkoop ook. Sommige straten en steegjes in Bangkok maken overdag een wat slaperige indruk. Neem Sukhomvit Soi 38, een zijstraat van het behoorlijk luxe ogende Sukhomvit Road. Af en toe zie je een toevallige automobilist, een enkele voetganger of een voorbijrazende brommer, maar daar is het dan wel mee gezegd. Tot een uur of zes. Binnen een mum van tijd is dat stille steegje een ko(l)kende gezellige drukte. Eetkraampjes en mobiele eettentjes zetten plastic stoeltjes en tafeltjes op straat, die al snel worden ingenomen door Thai die op weg naar huis een fantastisch verse noedelsoep naar binnen slurpen, genieten van een supersnel bereide Pad Thai of mango met kleefrijst en kokosmelk als toetje mee naar huis nemen. Anderen kiezen ervoor al wandelend hier en daar wat Thaise snacks mee te nemen. Haast is in deze straat niet geboden. Hoewel sommige stallen in de loop van de avond alweer sluiten, is dat voor andere juist de openingstijd. Tot diep in de nacht is er in Sukhomvit Soi 38 culinaire bedrijvigheid.


Veel van die tentjes zien er naar Westerse maatstaven wellicht wat armetierig uit. Plastic kuipstoeltjes, versleten tafelkleden en servies dat vaak zijn beste tijd ook wel heeft gehad. Maar wie verder kijkt dan de buitenkant en weet waar ‘ie op moet letten, kan op de meest onverwachte plekken genieten van een koningsmaal. Veel eettentjes in deze straat tonen hun menu met foto’s. En soms zelfs in het Engels. Wel zo gemakkelijk, want hoe sierlijk het Thaise schrift ook oogt, voor de gemiddelde Westerling is het niet te ontcijferen. Wie inzit over de hygiene kan als vuistregel hanteren dat gerechten die gekookt of gefrituurd worden doorgaans redelijk veilig zijn om te eten. Een belangrijk kompas bij de zoektocht naar lekker ‘streetfood’ is de lokale inwoner. Hij weet als geen ander waar het eten goed is en de prijs navenant. Staat er een rij voor een bepaalde kraam? Sluit gerust aan. Dikke kans dat het eten heerlijk is. En in elk geval vers, omdat de omloopsnelheid van de ingrediënten hoog is. Hoewel Bangkok meer dan genoeg restaurants en eettentjes heeft om de hele dag bezig te zijn met eten, zou het jammer zijn om bij een bezoek aan de Thaise hoofdstad niet ook enkele toeristische trekpleisters mee te pikken. Het koninklijk paleis bijvoorbeeld of een van de vele wats (tempels), zoals Wat Arun of Wat Pho. Rond Kao San Road – de backpackerstraat van Bangkok met veel bars, souvenirstalletjes, hostels en goedkope restaurants – is het altijd druk. De een vindt het gezellig, de ander noemt het te toeristisch. Dit is bij uitstek de straat waar veel toeristen tickets en tours boeken. Denk dan eens aan een kookworkshop. Dat biedt immers de kans om al dat lekkers zelf thuis nog eens te maken. Prima vermaak voor wie een middag ‘over’ heeft.

Als het even kan, is het trouwens aan te raden Bangkok in het weekend te bezoeken. Op zaterdag en zondag wordt aan de rand van deze immense stad namelijk de Chatuchak Weekendmarkt gehouden. Dit is niet zomaar een markt, nee, dit wordt wel de moeder aller markten genoemd. Het is een van de grootste ter wereld met een slordige 15.000 stalletjes verspreid over een oppervlakte van ruim een vierkante kilometer. Elk weekend bezoeken ongeveer 300.000 mensen de markt. Thai komen hier om huishoudelijke spullen, kleren, eten, bloemen of levende dieren te kopen, toeristen kijken wellicht liever naar kunstmatig antiquiteiten of godsdienstige artefacten. Een bezoek aan deze markt is zinnenprikkelend, want uiteraard is ook de ‘foodsectie’ hier ruimschoots aanwezig. Een dagje Chatuchak markt kan enorm vermoeiend zijn, maar zeer de moeite waard. Hou rekening met goedgevulde tassen, een lege beurs en een volle buik.