Méxicooo- Mexi-i-i-icóóóó, het land van al mijn dró-ómen….
Misschien komt het door de Zangeres zonder Naam dat ik Mexico jarenlang genegeerd heb. Om de een of andere reden trok het land me niet, ook al had ik er – eerlijk is eerlijk – geen goed beeld van. Totdat vriendin N. voor langere tijd neerstreek in Mexico. Een betere reden om het land van taco’s en tequila te bezoeken kon ik niet bedenken.
N. woonde en werkte vorig jaar in Playa del Carmen, Yucatán. Midden in het toeristische hart van Mexico. Logisch dus dat we (vriendin S. en ik) na het bezoek aan Playa ook de rest van dit schiereiland zouden verkennen. Na een tweeweekse roadtrip door Yucatán moet ik mijn ongelijk toegeven. Mexico is een bezoek meer dan waard. Al realiseer ik me dat ik slechts een klein deel heb gezien en dat het land zo zijn problemen heeft, waaronder een drugsoorlog die de nodige slachtoffers eist.
Toen we uit Nederland vertrokken was het een wat gure ochtend begin maart. Diezelfde avond zetten we voet aan Mexicaanse bodem, terwijl er nog een aangenaam zomeravondbriesje voelbaar was. Daaaag winterblues, hallo zomerzon!
Aangezien Yucatán bekend staat om de ‘zon, zee en strand-vakanties’, wilden we die zon en dat strand ook echt wel even van dichtbij zien en voelen. Heel eventjes dan, want er is zoveel meer te zien en te doen. Neem Nationaal Park Sian Ka’an op een paar uur rijden van Playa. De naam Sian Ka’an komt uit het Maya en betekent ‘geschenk uit de hemel’. Dat belooft veel. En Sian Ka’an maakt die belofte waar. Dolfijnen, zeeschildpadden, mantaroggen, talloze vogels en alligators die zich verborgen hielden, waren zomaar enkele van de diersoorten waar we tijdens onze vaartocht langs mangroves en over het turquoise gekleurde water plots oog in oog mee stonden.
Voor een andersoortige zwemervaring konden we dichterbij ons logeeradres in Playa terecht. Er zijn in en om de stad diverse cenotes. Yucatán telt een paar duizend van deze grotten of poelen met water, soms (deels) ondergronds. Sommige zijn werkelijk prachtig. Wij kozen voor Jardín del Eden, dat door velen als een van de mooiste zoniet de mooiste cenote van de omgeving Playa wordt beschouwd. Een ritje van twintig minuten in de colectivo, een korte wandeling en voila, welkom in dit paradijsje vlakbij de stad.
Spring letterlijk in het diepe, geniet in het water of vanaf een van de rotsen van het uitzicht of wordt ‘vrienden’ met een van de vele aanwezige leguanen. Het werd voor mij een zwemervaring om nooit te vergeten.
Tip 1: kijk voorbij de witte zandstranden.
Wie Mexico bezoekt kan met goed fatsoen niet om een van de historische Mayasteden heen. De keuze is reuze, maar aan de Mayaruïnes zal ik een aparte blog aan wijden. In deze blog wil ik vooral ingaan op onze roadtrip door Yucatán. Vooraf hadden S. en ik een vaag idee van wat we wilden gaan doen nadat we N. hadden bezocht. Palenque was het hoofddoel, maar hoe we er zouden komen was ook voor ons tot op het laatste moment een verrassing. Allebei zagen we stiekem een klein beetje op tegen het autorijden in Mexico, onbekend als we waren met ’s lands wegen en mores. En allebei hadden we als ervaren backpackers goede ervaringen met het openbaar vervoer in het buitenland. Lange tijd neigden we dus naar het openbaar vervoer (lees: bus) voor ons Mexico-avontuur.
Tot N. ons ervan wist te overtuigen dat Mexico en zeker Yucatán een ideale roadtrippin’-regio is vanwege de goede wegen, het weinige verkeer en prima huurauto’s. En ook hiervan zeg ik achteraf: wat ben ik blij dat we naar N. hebben geluisterd!
Tip 2: huur een auto om meer van de regio te kunnen zien, al is het maar voor een paar dagen.
Een paar dagen na onze aankomst in Mexico begon onze roadtrip. Toch een klein beetje zenuwachtig vertrokken we naar het zuiden. De bijna 800 kilometer die Playa van Palenque scheidt is te veel om in een keer af te leggen. Bovendien is een deel van de lol van een roadtrip ook het onderweg zijn. Toch?
Tip 3: Minder aanzienlijk vaart zodra je de bebouwde kom nadert. Er liggen namelijk venijnig hoge topes in de weg die lang niet altijd goed zichtbaar zijn. Als je daar met pakweg 100 kilometer per uur over heen rijdt, stoot je je hoofd aan het plafond van de auto en moet je ook even controleren of de bumper nog op zijn plek zit.
Toen we eenmaal de relatieve drukte van Playa achter ons hadden gelaten, kregen we al snel lol in het reizen per auto. Het asfalt is prima, het verkeer en de bewegwijzering overzichtelijk (al is het wel handig om een kaart van het gebied te downloaden op je telefoon en offline te kunnen raadplegen) en er is dus best gelegenheid om even om je heen te kijken. Hoewel ik moet toegeven dat de eerste uren het landschap niet bijster interessant was, vond ik het erg leuk om door dorpen en stadjes te rijden en af toe te stoppen die je een glimp bieden van het leven in ‘smalltown Mexico’ en te stoppen. Zo kun je heerlijk een uurtje dwalen op een lokale markt of een praatje maken met de vriendelijke eigenares van een tentje waar je een quesadilla hebt gegeten en waar je als internationale bezoeker een gastenboek mag tekenen.
Tip 4: Rij niet alleen om je bestemming te bereiken, maar geniet ook van de reis. Het klinkt cliché en een beetje corny, maar vaak gebeuren de meest memorabele momenten als je ze niet verwacht.
Goed, ondanks tip 4 hadden wij Palenque aangestipt als ons hoofddoel. Dat bereikten we na twee dagen relaxed rijden. In de blog over de oude Mayasteden zal ik er uitgebreid op ingaan, maar een ding kan ik al wel verklappen. Ondanks mijn torenhoge verwachtingen en eerdere bezoeken aan bijvoorbeeld Tikal in Guatemala heeft Palenque me betoverd. Dit had ik niet willen missen en het was de twee dagen rijden meer dan waard.
Na Palenque wilden we via de noordelijke kustlijn terugrijden naar Playa met stops in Campeche, Merida en een laatste nacht ergens in de buurt van Chitzén Itzá. Zogezegd, zogedaan. Op naar Campeche! Het mooie aan deze rit was dat we binnenlanden van Mexico achter ons lieten en op een gegeven moment weer langs de kust reden. Het is bepaald geen straf om te rijden met de zee pal naast je.
Campeche is een vestingstad en tot halverwege de negentiende eeuw de belangrijkste havenstad van Yucatan. De charmante historische binnenstad staat sinds 1999 op de Unesco Werelderfgoedlijst. Je zou verwachten dat je hier struikelt over de toeristen, maar niets is minder waar.
Het is hier heerlijk toeven als je het fijn vindt om te ontsnappen aan toeristenmassa’s. Geldt trouwens ook voor de veel grotere stad Merida en het pittoreske Vallodolid. De enige plek waar simpelweg niet aan de toeristenmassa te ontkomen is, is Chitzén Itzá. Een van de moderne zeven wereldwonderen en vanwege de gunstige ligging ten opzichte van Cancun en Playa del Carmen de drukst bezochte Mayastad in Mexico. Hoe prachtig gerestaureerd deze stad ook is, deze heeft mij – spoileralert! – het minst van allemaal gegrepen. Maar goed, dat had ik niet geweten als ik er niet was geweest. Alleen daarom al is het goed dat we Chitzén Itzá wel in onze route hebben opgenomen.
Tip 5: Probeer meer dan 1 oude Mayastad te bezoeken, elke stad is anders en ademt zijn eigen sfeer uit. En vooral: in andere ruïnesteden is meer te beleven dan in Chitzén Itzá waar je eigenlijk alleen maar van een afstandje naar het wereldwonder mag kijken.
Lang verhaal kort: achteraf moet ik de Zangeres zonder Naam gelijk geven. (Toeristisch) Mexico komt aardig dicht in de buurt van het land van al mijn dromen: heerlijk weer, dito eten en vriendelijke mensen.
Qué buena historia!
Mooi geschreven Chica!
Dank voor je verhaal over onze roadtrip.
Liefs van Sandra
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een supertrip! Prachtige plaatjes & mooie woorden ☺
LikeGeliked door 1 persoon