Strakblauwe lucht, yaks die op hun dooie akkertje aan het grazen zijn en in de verte de besneeuwde toppen van de Himalaya. Voor menigeen staat Nepal misschien synoniem aan het bedwingen van Mount Everest, maar ook voor minder iets minder avontuurlijke wandeltochten is dit een heerlijke bestemming.
Hoofdstad Kathmandu is veelal de eerste kennismaking met Nepal. De taxirit van het vliegveld naar de centrumwijk Thamel biedt een wat troosteloze eerste indruk. Alleen met de ogen dicht is te ontkomen aan de armoede en vervuiling op straat. Thamel zelf is een kleurrijk doolhof van nauwe straatjes, met aan weerszijden hotels, souvenirwinkels, reisbureaus en outdoorzaken waar alles te koop is voor een trektocht door de bergen. En meer. Een tip: neem ingelopen wandelschoenen mee van huis om blaren en ander voetzeer te voorkomen.
Kathmandu is aan de ene kant Nepal ten voeten uit. Aan de andere kant lijkt de stad in niets op de rest van het land. De frisse lucht, weidse uitzichten en stilte die Nepal kenmerken zijn vrijwel onvindbaar in de hoofdstad, maar Kathmandu biedt meer dan smog, stank en sirenes. Het historische Durbar Square midden in de oude stad is een fascinerende combinatie van historische tempels, hedendaagse geloofsbeleving en de moder
ne wereld. Een plek waar verleden, heden en de nabije toekomst samen komen.

Een kleine wandeling verder ligt de boeddhistische tempel Bodnath, die het beste te omschrijven is als klein-Tibet. Rond zonsondergang lopen devote Boeddhisten, monniken en nonnen onverstoorbaar hun rondjes om de tempel, gadegeslagen door een menigte toeristen.
Hoe fascinerend de tempels van Kathmandu ook zijn, de gemiddelde toerist komt naar Nepal voor de bergen. Het bedwingen van Mount Everest is slechts voor een enkeling weggelegd, het bereiken van Everest Base Camp (EBC) op ruim 5500 meter hoogte daarentegen is een grote toeristische trekpleister. Ook erg populair zijn de trekkings vanuit Pokhara richting het Annapurna-gebergte. Wandelaars kunnen kiezen uit korte trekkings van een dag of vier tot uitdagingen van drie weken. Minder bekend is wellicht dat op iets meer dan honderd kilometer ten noorden van Kathmandu het Langtang National Park gevarieerde wandelmogelijkheden biedt.
Een busrit van dik honderd kilometer duurt in de westerse wereld ongeveer een uur. Hooguit twee als het even tegen zit. In Nepal, dat niet bepaald gezegend is met een goede infrastructuur, duurt de rit op goede dagen minimaal acht uur. In de regentijd loopt dit snel op, omdat het vrij normaal is dat de buien een deel van de weg wegspoelen. Kan gebeuren, wordt gefikst en morgen hetzelfde ritueel nog een keer.
Startpunt van de Langtangtrekkings is Syanbrubesi (1470 meter). Het dorp leeft – in de droge maanden – van het toerisme. Het oude deel van Syanbrubesi ligt aan de andere kant van de brug en biedt een glimp van het alledaagse leven op het Nepalese platteland. Het nieuwe deel van het dorp bestaat uit een hoofdstraat die is volgebouwd met hotels, restaurants en winkels voor de toerist. Weinig attractief, maar wel praktisch.
De ‘standaard’-trekking in Langtang NP (minimaal vijf wandeldagen) voert naar het bergdorp Kyanjin Gompa op ongeveer 3900 meter en via dezelfde route terug naar Syanbrubesi. De eerste wandeldag naar Changtang, beter bekend als Lama Hotel, op bijna 2500 meter heeft veel weg van een jungletrekking. Helemaal als het regenseizoen nog een beetje nadruppelt. Binnen de kortste keren gaan de oorspronkelijke kleuren van je wandelschoenen verborgen onder een flinke laag modder en wandelstokken zijn zeker geen overbodige luxe om grip te krijgen op de soms glibberige ondergrond. Het pad omhoog is een echte kuitenbijter, al zou je dat niet zeggen als je de dorpsbewoners op teenslippers met bepakking en al naar boven ziet sprinten. Een korte pauze is fijn om even op adem te komen, maar ook om te genieten van het uitzicht op de rivier of van de oorverdovende stilte in het bos.
Dag twee begint ook als een jungletrekking, maar verandert al snel in een bergwandeling. Eenmaal de poort van het nationale park gepasseerd, maakt het dicht beboste groen plaats voor weidse uitzichten en berglandschappen. Een soort Sound of Music-gevoel maakt zich van me meester, het kost moeite om niet in een opgewekte Fraulein Maria-ode uit te barsten.
Volgende stop: Langtang, het dorp. Opnieuw bijna duizend meter hoger dan de voorgaande overnachtingsplaats. Een groot deel van het jaar verdwijnen de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya achter dikke wolken. Des te groter de waardering als ze zich toch even laten zien.
Na Langtang is het nog maar een korte wandeling van zo’n 2,5 uur naar de eindbestemming Kyanjin Gompa. Het pad meandert geleidelijk omhoog. Bewoners van de dorpen sjouwen boodschappen en huisraad in straf tempo omhoog of naar beneden. Terwijl de yaks onverstoorbaar verder grazen, is steeds beter te merken dat we op redelijke hoogte zijn. De lucht wordt ijler, de wind kouder en het uitzicht allengs fraaier. Alsof de besneeuwde bergtoppen roepen, gaat het stappentempo omhoog. Hoger wil ik, dichterbij de top.
Het dorp Kyanjin Gompa is onwaarschijnlijk mooi gelegen, omringd door bergen en gletsjers. Kinderen in de schoolgaande leeftijd zie je er niet, die zitten allemaal op kostschool in Kathmandu. Ook dit is een dorp dat volledig draait op toerisme. De guesthouses zijn eenvoudig, de menu’s simpel en drinken relatief duur (logisch, alles is door mensen omhoog gesjouwd vanaf Syanbrubesi) maar wat is dit uitzicht adembenemend mooi.
Vanaf het dorp zijn er verschillende mogelijkheden om nog hoger te klimmen. Op meer zo’n 4200 meter hoogte lijkt het dorp een miniatuur. De voorbij trekkende wolken bieden een schouwspel dat niet verveelt. Alleen de gebedsvlaggen die wapperen in de wind maken geluid. Ver weg van internet, mobiele telefoons of andere moderniteiten is het leven simpel, maar mooi. Dit is een landschap om verliefd op te worden. Letterlijk en figuurlijk met mijn hoofd in de wolken.
De terugweg naar Syanbrubesi kan in drie dagen worden gedaan, maar met een beetje doorzettingsvermogen is het ook in twee dagen goed te doen. De bus naar Kathmandu doet er opnieuw uren over. Het biedt nog even de gelegenheid om te mijmeren over de voorbije dagen, terwijl de besneeuwde toppen langzaam uit beeld verdwijnen. Eenmaal terug in de chaos van Kathmandu is de overgang van de bergen naar de stad wel erg abrupt. Weg zijn de fraaie vergezichten, de frisse lucht, de ruimte en de stilte. Het is even slikken. Tijd om verder te gaan!